Om in lijn te blijven met mijn zwangerschap was mijn bevalling niet bevallig. Het begon, het duurde, deed pijn en toen begon het eigenlijk pas echt. Toch was het allemaal best spannend. Voor de eerste keer bevallen begon bij mij met een gezonde portie ‘hoofd in het zand steken’. Ik wilde gaan slapen, maar had last van harde buiken of dat dacht ik toch dat het was.
Freaky
Ik had namelijk de verzekering gekregen dat ik overtijd zou gaan en we waren slechts vier dagen verwijderd van de uitgerekende datum. Niets om over te panikeren.
Slapen lukte me die avond echter niet. Daarom leek het me omstreeks middernacht een fantastisch idee de keuken te poetsen. Wat doet een mens anders wanneer je niet kan slapen? Ik weet het, … allesbehalve een keuken poetsen, maar toen voelde ik een plotse drang waaraan ik moest toegeven. Ik denk dat het iets te maken had met nestdrang.
“Verdwenen de harde buiken, dan kon ik gaan slapen. Zo niet, … wel dat zag ik dan wel”
Omdat het poetsen van de keuken mijn pijn niet had gereduceerd- neen, hoe zou het ook- bedacht ik me dat een warm bad soelaas zou bieden. Verdwenen de harde buiken, dan kon ik gaan slapen. Zo niet, … wel dat zag ik dan wel. Stilletjes aan begon het besef te komen dat dit iets meer zou kunnen zijn dan enkel harde buiken.
“Verdorie, dit zou het wel eens kunnen zijn.”

Stijl
Het warme bad waar ik een uur lang hardnekkig in bleef liggen zorgde niet voor de nodige ontspanning. “Verdorie, dit zou het wel eens kunnen zijn.” dacht ik bij mezelf. “Ben ik hier wel klaar voor?” Om de lichte paniek weg te werken begon ik vervolgens mijn haar te stijlen. Wat doe je anders wanneer je weeën hebt? Opnieuw, waarschijnlijk geheel andere dingen, maar ik moest de tijd zien te verdrijven. Ik wilde twee dingen. Allereerst mijn man nog niet alarmeren en vervolgens niet te vroeg naar het ziekenhuis vertrekken. Bijgevolg dwaalde ik rond in huis op zoek naar afleiding om tegen drie uur ‘s nachts mijn man dan toch maar wakker te maken. Nog steeds onzeker of het niet te vroeg zou zijn voor het ziekenhuis besloot ik het verloskwartier te bellen. Daar wilden ze me gerust even aan de monitor leggen.
Mijn man sprong onder de douche, we laadden de auto in met onze valiesjes en vertrokken richting ziekenhuis. Reden de spoed binnen en werden begeleid naar het verloskwartier. Een wandeling die ik weigerde te maken met de rolstoel. Ik had me al lang genoeg een gehandicapte walvis gevoeld. Dan werden mijn buik en ik aangesloten op de monitor. “Ik hoop dat we elkaar spoedig zullen ontmoeten kleintje.” dacht ik nog. Alleen, ‘spoedig’,… ik kon er niet verder naast zitten.