Zwanger zijn was niet iets waarin ik floreerde. Ik had nochtans een duidelijk plan opgesteld: blijven sporten, gezond eten, niet te veel bijkomen en er bloeiend zwanger uitzien. In dat plan was ik even vergeten dat zwanger zijn niet draait om er goed uitzien, maar dat er een mensje in je groot wordt wat bijgevolg veel van je lichaam kan vragen. In mijn geval was dat best veel, of zo hoorde ik het althans van vriendinnen. Het contrast tussen mijn zwangerschap en die van anderen was zelfs zo groot dat andere zwangere vriendinnen zich ongemakkelijk voelden om toe te geven dat ze zich wel goed voelden tijdens hun zwangerschap. Doet me de vraag stellen of ik mijn vriendinnen niet getraumatiseerd heb met mijn zwangerschapsleven? Niet echt de vibe waar ik voor wilde gaan.
All day every day
Moest je me vragen hoe slecht ik was in dat zwanger zijn is mijn antwoord klaar een duidelijk: bar slecht met een klein vleugje optimisme.
Ochtendmisselijkheid beperkte zich niet tot de ochtend, noch tot de twaalf weken die me voorop gesteld werden. De twaalde week was voor mijn lichaam een moment om de intensiteit te verhogen en me geregeld ook eens boven de pot te laten hangen. Met de volkswijsheid “Een spauwer is een houwer” behield ik mijn positieve ingesteldheid, maar leuk was het niet. Wel kreeg ik van de gyneacoloog groen licht om elke dag pizza te eten en dat deed ik dan ook gretig. Beter iets erin dan eruit was de conclusie en om de een of andere reden hield mijn lichaam geweldig van die vettige kost. Tot zover ook mijn idee om gezond te eten en niet al te veel bij te komen.

Marmot
Naast misselijk zijn veranderde ik tevens in de grootste marmot op de planeet. Na het werk viel ik steevast in slaap op de zetel om na enkele uren weer wakker te worden en te geloven dat ik me had overslapen voor het werk. Die dagen zat er voor mij niet veel meer in dan slapen, eten, werken en slapen. Van een sociaal leven was nog weinig sprake. Mensen dachten dat ik me opsloot omdat ik wilde verbergen dat ik zwanger was. De realiteit was echter dat ik niet meer buitenkwam omdat die zwangerschap dat niet toeliet.
Ik ga het zeggen zoals het is: vanaf dan was zwanger zijn niet leuk meer. Uiteraard was ik blij dat we een kindje verwachtten, maar niemand had me voorbereid op het feit dat een zwangerschap zoveel van je kan vragen.
Het was niet zalig, niet bloeiend en al zeker niet fantastisch. En op de een of andere manier voelde ik dat er maar beperkte ruimte was om dat bespreekbaar te maken. Als je een kind verwacht, dien je toch door het dolle heen te zijn en ga je toch niet zeuren over het vervelende van zwanger zijn? Wel, ik zal je iets vertellen: negen maanden je slecht voelen in je eigen lichaam is echt lang. Is het een reden om geen kinderen meer te krijgen? Neen, dat is het voor mij zeker niet, maar ik wil af van het idee dat je daarom al die ongemakken er maar moet bijnemen alsof het niets voorstelt. Ja, ik was blij met het kindje op komst en tegelijkertijd kon die zwangerschap niet snel genoeg gedaan zijn. Die twee kunnen toch hand in hand gaan zonder we ons daar ongemakkelijk bij dienen te voelen. Voor mij een reden om daar eerlijk voor uit te komen. Ik kan dan misschien niet floreren in het zwanger zijn, laat me dan maar floreren in het eerlijk zijn. Misschien is dat wel mijn zaligheid in het zwanger zijn.